Tijdens de Dotcom bubble tussen 1997 en 2000 was er geld in overvloed. Ieder bedrijf dat ook maar iets met het internet van doen had steeg enorm in waarde. Iedereen wilde graag in deze bedrijven investeren omdat de waarde van deze bedrijven enorm steeg.
Gedurende de Dotcom bubble waren startups en tech bedrijven niet echt bezig met hun klanten. Over het algemeen probeerde men eerder met nog gekkere ideeën meer bekendheid en dus investeringen op te halen. De meest vreemde diensten werden bedacht en gelanceerd, allemaal bekostigd met geld van de investeerders. Die weer geen idee hadden waar ze in investeerden maar het prima vonden zo lang de koers maar steeg.
Gedurende de Dotcom bubble waren startups en tech bedrijven niet echt bezig met hun klanten. Over het algemeen probeerde men eerder met nog gekkere ideeën meer bekendheid en dus investeringen op te halen. De meest vreemde diensten werden bedacht en gelanceerd, allemaal bekostigd met geld van de investeerders. Die weer geen idee hadden waar ze in investeerden maar het prima vonden zo lang de koers maar steeg.
Tijdens de Dotcom bubble steeg de waarde van een bedrijf gemiddeld met 28% in één dag door enkel .com aan de bedrijfsnaam toe te voegen.
Toen in het voorjaar van 2000 de Dotcom bubble uiteindelijk barstte werd geld schaars. Startups moesten bezuinigen of vielen om. Investeerders zagen hun investeringen in rook op gaan en nieuwe investeringen werden niet meer gedaan.
Door het gebrek aan geld en investeringen moesten startups en bedrijven nu op zoek gaan naar efficiëntere manieren om hun diensten te ontwikkelen. De tijd van de meest vreemde ideeën ontwikkelen was voorbij. Bedrijven gingen luisteren naar wat hun klanten wilden. Als het bedrijf maakt wat de klant wil dan betaald de klant en heeft het bedrijf weer middelen om te ontwikkelen, was de gedachte.
Halverwege 2000 kwam Eric Ries met zijn boek The Lean startup op de markt. Het boek beschrijft een methodiek waarmee een startup snel en efficient een nieuw product in de markt kan zetten. Dit was, na het barsten van de bubble, natuurlijk de perfecte timing. Vele bedrijven moesten wennen aan de nieuwe realiteit en vonden in het boek The Lean Startup een goede handleiding om hun innovatie efficiënter aan te pakken.
Waar men vroeger zelf een product of dienst bedacht en dit op basis van aannames uit ging werken met geld van investeerders was het ook hier tijd voor een nieuwe aanpak. Er was simpelweg geen geld om maandenlang ergens aan te werken en het risico bestond dat na de ontwikkeling bleek dat niemand op het product zat te wachten. Dan was er dus veel tijd en geld geïnvesteerd voor iets dat geen geld oplevert.
Om dit probleem om te lossen introduceerde The lean startup het Minimal Viable Product. Een Minimal Viable Product is de meest minimale uitwerking van de kern van je idee. Met deze eerste versie van je idee ga je vervolgens naar je beoogde klanten en verzamel je feedback. Deze feedback gebruik je om je idee te verbeteren en zo blijf je door ontwikkelen en itereren.
Door het woord Minimal maken veel mensen de denkfout dat een MVP een half af of slecht uitgevoerd product is. Dat zou het niet moeten zijn. Je moet het meer zien als een product dat één ding heel goed kan.
“Als je een
MVP zou vergelijken met restaurants dan zou een MVP een Italiaans restaurant zijn met slechts een paar gerechten op de kaart maar die wel op traditionele wijze met verse ingrediënten bereid worden.”